Hier ben ik alweer! Snel nog even neerpennen (aka typen) welke -figuurlijk- halsbrekende toeren ik heb uitgehaald, want dat ben ik jullie wel verschuldigd (helemaal niet waar, maar dat klinkt wel een pak beter dan ‘anders vergeet ik het). Te beginnen met de blijde mededeling dat ik ein-de-lijk gezelschap heb gekregen op school (de Zwitserse activiteitenskippers achterwege gelaten), dus ik heb me deze week écht geamuseerd (de vorige ook wel hoor, want gelukkig weet je niet wat je mist als je het nooit hebt gehad, gezelschap in dit geval).
De eerste activiteit heb ik zelf geskipt, want die had ik vorige week al gedaan. Nee, ook niet waar, maar de klok van mijn laptop stond een uur achter, dus was ik volledig gereed om te vertrekken toen ik op de keukenklok opeens zag dat de activiteit al een half uur bezig was. Alleen bij Lotte Vercammen, ladies and gentlemen! Gelukkig had ik ze écht vorige week al gehad (apies kijken, remember?), dus was het geen ramp. Dinsdags was er weer een kookles, maar deze keer met meer (4 Duitsers, 1 Pool, 1 Hollandse en mezelf, om precies te zijn) en dus ook voor meer. Deze keer ben ik er in geslaagd om ananaspasteitjes én churrito’s te maken (enfin, deels te maken) én ze dan nog lekker te vinden ook. Goed bezig, Vercammen!
Woensdag stond er een bezoek aan San Juan del Oriente gepland, weer een pueblo blanco, waar zo goed als elke bewoner zijn huis heeft volgestouwd met vazen en dergelijke, en leeft van de verkoop daarvan. Dat was ook gelijk de plek waar ik ontdekte dat ik niks geen aanleg heb voor potten draaien. Je kan niet alles kunnen, denk ik dan, ik kan wel andere dingen. Heel gefascineerd staren naar andere mensen die dat doen, bijvoorbeeld, kan ik su-per-goed. Heel gezellig, dat dorpje, enkel licht teleurstellend dat er helemaal niets wits te zien is in die pueblos blancos, maar daar heb ik me overgezet.
Vandaag zijn we dan (eindelijk) naar een vulkaan geweest. Wat zeg ik, naar 2 vulkanen. De vulkaan Masaya en een andere die er vlak naast ligt (of zoiets). Dat we daar hele warme, lelijke helmen voor moesten opzetten, dat namen we er wel bij. Zo lang ik niet bedacht dat er mensen voor mij vast even hard hadden in gezweet als ik vandaag viel dat best mee. Een krater was actief, de andere helemaal volgroeid met bosachtige toestanden. Dat weet ik, omdat ik op de rand heb gestaan (zelf naartoe gewandeld. Een stukje.). Jongens, wat was me dat toch een machtig uitzicht.
Eerst zijn we met ons minibusje (we zijn ten slotte met z’n velen) tot aan de actieve krater gereden, echt vet, dat ding rookt als een gek en ziet er echt te cool uit. Daarnaast lag een andere krater, maar dan net nog een stukkie hoger, dus dat moesten we nog even wandelen. Goed, ik heb bergbeklimmersbenen (jarenlang naar Oostenrijk geweest, weet je wel) dus dat was een stukje cake voor mij. Na een kwartiertje waren we al ‘boven’, dus konden we in de krater kijken. Helemaal groen en wederom vet mooi. Nu is zo’n krater rond, en kan je daar dus helemaal rond wandelen, maar dat gaat in ‘curves’ zeg maar. Wij stonden op dat moment in een dalletje, maar we konden eventueel nog wel twee ‘punten’ verder wandelen. Nu heb ik wel bergbeklimmersbenen, maar mijn conditie is nog steeds ver zoek, dus ja, ik twijfelde. Maar aangezien ik hier toch ben om grenzen te verleggen, ben ik er lekker voor gegaan.
Op een gegeven moment (al een piek en een half dal verder) kwamen we een bordje tegen waarop stond dat het verboden was om verder te gaan, maar na even checken bij de profesor en onze chauffeur (toffe keirels jongeuuh!) zijn we toch maar doorgelopen. Want dit was Nicaragua, en die andere mensen gaan toch ook naar boven? Het was wel effe een steil stukkie, maar met veel gehijg en een tong op mijn zweterige voeten ben ik er geraakt. En dat dat het waard was. Vanop die top kon je Granada, Masaya en 2 meren zien. Mooi jongens, mooi! En ook was ik gewoon heel trots, dat ik daar op geraakt was (mama, papa, moeke, vake, bomma, bompa, jullie kunnen dat maar beter ook zijn!), al was het dan maar een twintigtal minuutjes gaan (als het dat al was).
Een steil stuk afdalen (met van die lekkere losse steentjes) is trouwens nog moeilijker dan er op geraken, wisten jullie dat? Waarschijnlijk wel, ik trouwens ook, was het gewoon even vergeten. Oh, trouwens, all stars zijn niet het ideale vulkaanbeklimschoeisel (hou die verwijten voor jullie zelf, thanks), en nog minder het ideale vulkaanafdaalschoeisel. Gelukkig wilde de sympa chauffeur mijn handje vasthouden, anders had ik nu ergens onderin een vulkaan gelegen. Ook een ervaring, maar toch liever niet, bedankt.
Dit weekend ga ik met klasgenootjes naar San Juan del Sur, ofte, het strand, YAY!
Muchos besossssss,
L