Mercado’s, autobussen en een pueblo blanco.

Uh-oh, nu moet er verslag van 2 dagen in één blogbericht, en ik ben al zo lang van stof. Geen zorgen, ik zal jullie de oninteressante dingen besparen. Zo zal ik niet vertellen wat ik eet (genoeg), hoe veel ik slaap (genoeg) of hoe veel Spaans ik al spreek (nog niet genoeg maar wel al veel). Ik beperk mij dus -voor jullie goed- tot de uitstapjes met Aura (la profesora).

Allereerst, el Mercado! De markt, waartegen de zaterdagmarkt in Lier echt peanuts is, hebben we bezocht tijdens mijn les ’s ochtends, in het kader van ‘al kijkend leren’ of zoiets, anyway, ik blij, want naar die buurt durfde ik eerst niet alleen, omdat alles op elkaar lijkt en ik dan de neiging heb om verloren te lopen (nu niet meer dus). De markt in Granada is dagelijks te bezoeken en gi-gan-tisch. Zonder overdrijven. Er is een overdekt gedeelte, dat een beetje lijkt op La Boqueria in Barcelona, maar dan met de kraampjes nog dichter opeen en nog meer mensen, en dan zijn er nog de straten rondom, die ook volgepakt staan met kraampjes. Schoenen, kleren -nieuw en tweedehands-, groenten, fruit, vlees (maar dat koop je volgens Aura beter niet op de markt), allerlei dingen waarvan ik de naam niet ken, tot een winkel met matrassen toe. Het is een gek, druk, warm, stinkend, maar op een manier (echt waar) ook heel gezellig gegeven. Ondanks het feit dat verkopers de neiging hebben van je bij je arm te pakken om je te overtuigen om iets te kopen. Dat werkt niet bij mij, guys. Onderweg ben ik dan getest op mijn kennis van groenten en fruit. In het Spaans. Jammer dat ik van de meeste dingen zelfs in het Nederlands nog niet kon zeggen wat het is. Enfin, alweer een ervaring en wat woordenschat rijker!

Vandaag was er een dagactiviteit gepland, zijnde een uitstapje naar Catarina. Catarina is een van ‘los Pueblos Blancos’, ofte, witte dorpen en ligt bij Masaya, een stad op een busrit afstand van Granada. Hoera! Een busrit afstand! Dat betekent dus meteen ook mijn eerste trip met een Nicaraguaanse autobus, iets wat ik ook niet alleen wilde doen, zo de eerste keer. Een Nicaraguaanse autobus is eigenlijk een afgedankte schoolbus, of zo ziet het er alleszins uit. Denk rode leren zetels waarvan hun beste tijd al ver achter ons ligt, een -veelgebruikt, wegens geen verkeersregels- koordje als claxon en deuren die alleen maar toegaan als het echt moet. En hitte. Leren zetels, je zou denken, ah bah, dat plakt, maar hé, geen probleem, het is zo lekker warm in de bus dat het niet meer plakt, maar gewoon glibbert. Het spijt me als dat te veel informatie was, maar het is nu eenmaal niet anders, ik deel gewoon de totaalervaring. Een busrit van ongeveer 40 minuten was het, naar Catarina. Onderweg had ik overigens een aap kunnen zien, als ik eerder door had gehad wat ‘mono’ betekende, en dus meteen uit het raam had gekeken toen Aura het mij probeerde duidelijk te maken, maar dat is me dus niet gelukt. Het liefst was ik uit de bus gesprongen en terug gelopen, maar dat leek me nu toch een iets te groot risico, op de ene of de andere manier.

Aangekomen in Catarina hebben we een mototaxi (zo’n ding wil ik voor mijn verjaardag, trouwens) genomen, enfin, gedeeld met een moeder en 2 kinderen (Google het, zoek de minst moderne, en beeld je dan in dat er 4 mensen op de achterbank zitten en 2 op de bestuurderszetel, ja, zo.) naar ‘El mirador de Catarina’, waar je terechtkomt tussen allemaal kraampjes met artisanaal gedoe (heb ik een zwak voor, dus dat was gevaarlijk terrein), maar eens je daar voorbij bent (zonder iets te kopen, wat was ik trots, zelfbeheersing: +1) sta je opeens voor een machtig uitzicht. Maar echt, machtig. Ik heb er foto’s van, maar die zijn zinloos, want daarop zie je dus echt niet hetzelfde, enfin, je kijk daar uit op ‘la Laguna de Apoyo’, met daarachter Granada (ofte, een stipje), en daar weer achter ligt ‘el Lago de Nicaragua’. En als je dan je blik van die gigameren losrukt en iets naar rechts draait heb je als klap op de vuurpijl nog eens een prachtig zicht op de vulkaan. Onzinnig om het te proberen beschrijven, maar enfin, misschien hebben jullie nu een idee (en als jullie dat echt hebben, vermenigvuldig de schoonheid en indrukwekkendheid ervan met 10 en je komt in de buurt). Ietsjes verderop bleken dan kleine afdakjes te staan met daaronder telkens een tafeltje en vier kleine bankjes, waar ik dus vandaag les zou krijgen. Concentratie: -9857.

Tot hiertoe ben ik steeds alleen geweest tijdens uitstapjes (die van gisteren, een kookworkshop of zoiets, is dan ook afgeschaft), want de studentes die met mij (allez, niet met, tegelijkertijd eigenlijk gewoon) les volgen doen blijkbaar geen namiddagactiviteiten mee. Beetje balen misschien, maar na grondig overleg met mijn innerlijke dramaqueen heb ik besloten daar geen punt van te maken. Nu spreek ik extra veel Spaans, en krijg ik extra veel aandacht. Voor dat eerste ben ik hier, en iedereen weet dat dat laatste voor mij ook niet echt een probleem is.

Dus ja, life is good!
L

P.S.: Ik eet goed, echt 3 keer per dag en al, het brood is wel toastbrood en bijgevolg niet héél lekker, maar ik kan het er mee doen. Ik slaap ook echt genoeg, vaak lig ik om 21u, 21u30 al in mijn bed, en ik spring er om 6u30 fris en monter uit (want wie er vroeg uit moet, kan maar beter vroeg gaan slapen, zo werkt dat nu eenmaal, kleine broer van me). Ik ben heel flink op school en maak elke dag mijn huiswerk (for real, huiswerk). En mijn Spaans is al zo goed dat ik helemaal kan uitleggen hoe oud mijn ouders zijn (ik moet langer nadenken over het exacte antwoord dan over de Spaanse vertaling), en wat ze doen voor werk, en hoe veel broers en zussen ik heb, en hoe oud die zijn, en hoe Lier eruit ziet en zo. Voila, die was nog voor bezorgde ouders, grootouders, andere familie en vrienden met moederlijke neigingen.

Eén gedachte over “Mercado’s, autobussen en een pueblo blanco.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.