Druktemakers en de nadelen van een laadbak. En meer.

Haha, jullie dachten toch niet dat ik jullie meer dan 4 dagen gerust zou laten? 4 dagen verder, duizend avonturen meer, waarvan zo’n 80% in mijn hoofd, maar toch… 

Te beginnen bij zondag. Zondag was mijn zelfverklaarde chill-tot-je-erbij-neervalt-dag. Dus heb ik een wandelingetje gemaakt door Granada, heb ik de boekenwinkel gevonden, heb ik daar kaartjes gekocht, heb ik die kaartjes ook geschreven (spannend hé, voor wie zouden ze zijn? Wanneer komen ze aan? Komen ze überhaupt aan?), heb ik mezelf getrakteerd op een luxe-ontbijt (pannenkoeken, scrambled eggs en bacon. En gratis koffie.) en heb ik voor de rest een boek gelezen in het hostel. Lekker dagje, me dunkt. 

Maandag ben ik aan mijn laatste week in de SSX (klinkt als een vuile sekte, is de afkorting van mijn talenschool) begonnen, en hoewel ik nog steeds niet kan volgen als de mensen hier op hun normale tempo praten, ben ik toch al beter dan in week 1 (’t zal ook maar best zijn). In de namiddag zijn we dan bij wijze van activiteit naar een schooltje geweest. Op ons ‘meeneemlijstje’ stond dat we eventueel snoepjes voor de kinderen konden meenemen, en me dunkt dat die kinderen dat heel goed wisten. Nog voor ik goed en wel binnen stond had ik magneetgewijs een stuk of 20 kinderen aan mij kleven. Heel goed voor mijn ego, maar helaas voor die kinderen ben ik glad vergeten mijn snoepjes uit te delen. Ach, die knuffels heb ik toch maar gehad. Nadien hebben we nog een spelletje gespeeld in de klas, met Engelse fruitsoorten, maar omdat de kinderen enkel banana en melon konden onthouden (verrassend) zijn we daar ook snel mee opgehouden. Tijdens het volgende spel begonnen de kinderen ook als gekken radslagen en handstanden te doen, in de klas, tussen hun lessenaars. Druktemakers, dat zijn het. Maar wel schattige druktemakers. 

Dinsdag zijn we als activiteit naar een gezin geweest dat rond de Mombaccho (verrassing verrassing, nog een vulkaan!) woont en werkt. Zonder stromend water, zonder elektriciteit, zonder auto. Mét een paard, uitgehongerde honden, een varken dat volgende maand geslacht wordt (gelukkig wist ik dat op voorhand, dus heb ik er maar geen band mee opgebouwd), en een handvol kippen. We zijn heel het domein zowat afgelopen, en onze chauffeur en tevens de man die over alles wel iets blijkt te weten heeft ook van elke plant (mais, zoete limoen, niet zo zoete limoen, sinaasappel, en nog andere dingen waarvan ik de naam vergeten ben) een vrucht of 7 geplukt om aan ons te laten proeven (op onze aanvraag heeft-ie zelfs een sinaasappel in stukken gesneden om aan het paard te geven). Nadien bleek de vrouw des huizes yucca en platanos gemaakt te hebben voor ons. Yucca smaakt een beetje als patatten, en platanos zien eruit als bananen, maar zijn alleen lekker als ze klaargemaakt zijn. Van de overgebleven limoenen heeft meneer de gids ook nog een limonade gefabriceerd, waarvan ik onder dwang (want ik ben verkouden, en dus denken ze dat ik griep heb, rare mensen) een halve beker heb moeten opdrinken. Vitamineboost! 

Nog over die verkoudheid: Mensen vinden het hier heel raar dat ik geen medicijnen neem. Al van mijn eerste hoestje riep de vrouw des hostels mij uit mijn kamer om te vragen of ik geen medicijnen wilde, en op school (waar ze het dus ‘gripa’ noemen) waren ze bijna verontwaardigd toen ik zei dat ik eigenlijk liever geen medicijnen neem. De apothekers zijn hier dan ook heel druk bezocht (er zijn er trouwens ook relatief veel). 

Bon, vandaag dan nog en dan zijn we weer rond. Vandaag zijn we naar een fort geweest (heel hoog gelegen, en ja, dat hebben we te voet gedaan), dat vroeger een gevangenis was. Daar hebben we de gezellige celletjes gezien, de folterkamertjes, waaronder een dat gebruikt werd voor psychologische foltering, het was er namelijk helemaal donker, en als gevangenen daar een paar maanden of jaren zaten werden ze gek, en een ander dat gebruikt werd voor fysieke foltering, en waar je de bloedspatten nog zag op de muur (bloed spat ver weg, trouwens). Ranzigste dat ik tot hiertoe heb gezien. Gelukkig was de omwalling rond het fort ook best de moeite waard. Er zijn 4 torentjes, waarvan een een balustrade heeft, om te genieten van het uitzicht, maar wat niet wegneemt dat je op de andere 3 niet opkan, wat ik dus uiteraard ook wel gedaan heb. Supermooi uitzicht, en best een vet gevoel, om daar zo zonder balustrade te staan (ik ben een pussy, ik weet het). 

De terugweg daarnet was haast even gezellig als de heenweg (met z’n zessen in de laadbak), met als extraatje nog een heerlijk tropische bui. Kijk, zo’n ding kan verfrissend zijn, maar niet als je met een rotvaart erdoor knalt in een open auto. Gelukkig besefte meneer chauffeur/gids/allesweter dat ook, en heeft-ie ons even laten schuilen in een bushokje. Eind goed, al goed, en alweer een ervaring en een verwilderde haardos rijker werd ze voor de deur van het hostel afgezet. 

Tot schrijfsssss, 


PS: Morgen is mijn voorlaatste dag in de school, en dus heb ik een ‘examen’. Ik zou het appreciëren mochten alle goede vibes naar hier komen, want een goede test is beter voor mijn humeur én mijn ego. Thanks.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.