Mijn nagels voor het theater.

Ik heb vandaag weer heerlijke dingen op een podium gezien. Enfin, niet bepaald een podium, want het was geen podium, dus misschien zeg ik het beter anders. Ik heb vandaag weer heerlijke dingen op een scène gezien. Vanaf wanneer weet ik dat een stuk heerlijk is? Vanaf het moment dat ik niet meer denk aan de tijd die ik nog stil moet blijven zitten, vanaf dat ik niet meer om de halve minuut van pose verander omdat ik niet goed zit of kramp krijg, Dan zit het goed. En als daar nog eens kippenvel of nagelbijten aan te pas komt, is het helemaal positief. Enfin, nagelbijten is natuurlijk niet positief, want nu heb ik lelijke nagels, en geraak ik nooit meer van straat, maar dat wil wél zeggen dat ik mee ben met het verhaal. En dat is bij mijn weten nog steeds de bedoeling van het concept theater.

Ik ga hier geen recensie schrijven, want daarvoor ben ik waarschijnlijk te bevooroordeeld, en ik kan mij daar trouwens ook niet duidelijk genoeg voor uitdrukken, maar wat ik vanavond gevoeld en gezien heb, dat is waarvoor ik naar het theater ga. Niet persé individuen op zich (ook wel hoor, maar die zal ik wel persoonlijk lastig vallen met mijn adoratie), maar net het geheel heeft mij overtuigd. Want theater is en blijft een groepsgegeven, en een groep is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. Ik heb geen idee wie dat was vanavond, maar het was een verdomd sterke zwakste schakel.

Dat vind ik persoonlijk nu net zo heerlijk. Theater, in welk genre ook, kan je (bijna) niet alleen. Of je bent een multitalent, dat én verstand heeft van teksten schrijven, én ze weet te brengen, én ze goed weet te plaatsen, én daar dan nog eens licht bij kan verzorgen, zorgen dat alles organisatorisch in orde komt, en weet ik veel wat. Theater is voor mij een totaalbeleving, die pas compleet is als iedereen alles op alles zet. Zowel achter, onder, voor, boven, naast, als op de scène.
Ik maak daar zelf heel graag deel van uit, van zo’n groepsgegeven. Zowel achter, onder, voor, boven, naast, als op de scène. Ik wil dus graag geloven dat een publiek een miniscuul klein deeltje van die groep  uitmaakt. En publiek zijnde zal ik dan ook steeds mijn best doen om stil te zitten en te zijn. En dat is moeilijk, maar met behulp van de rest van het gegeven lukt dat. Zelfs bij mij.

Nog nagenietend,
L

Noot: Ik weet niet of ik een pointe heb gemaakt. Dat weet ik eigenlijk nooit. Ik noem het: gedachten op een hoopje.