De zon schijnt, over 4 dagen heb ik vakantie, over een week staat mijn koffertje gereed om Porto te gaan ontdekken en ik heb een heerlijk weekend achter de rug, dus ja natuurlijk, het gaat nog steeds goed met mij, bedankt voor de interesse! Hoe het komt dat mijn weekend zo fijn was? Wat leuk dat je dat nu net vraagt, ik vertel het je graag!
Het begon allemaal met een zorgvuldige weekendplanning, bestaande uit een toeristisch bezoek aan het Vondelpark met een jongeman die vrijdagavond plotsklaps in mijn bed was beland (oeps)* op zaterdag, en genieten van de zon, misschien een kleine wandeling naar het bos en een boek op zondag, want ja, dat is wat je doet op zondagen. Hoe, in godsnaam, ben ik dan op diezelfde zaterdagnamiddag die ik in het Vondelpark zou doorbrengen in het verre Gent beland? Het antwoord op die laatste vraag -“met de chique Volvo van een tanende vijftiger”- roept ongetwijfeld nog meer vragen op, dus reconstrueer ik met liefde voor jullie wat er mijn weekendplanning zo onherroepelijk door elkaar heeft gezwierd. Graag gedaan.
Dit weekend werd mede (of eigenlijk helemaal) mogelijk gemaakt door mijn twee hondstrouwe compagnons: Yolo en Fomo. Stel ze je maar gewoon voor als twee kleine mannetjes, een minimix van een trol en een kabouter, in een felgekleurd minisalopetje, dat doe ik namelijk ook. Er zit er een op elke schouder en ze houden zich bezig met het schreeuwen van raadgevingen in mijn oor, het oefenen van hun kabouterchoreo’s (de reden van mijn concentratieproblemen) en het influisteren van ongepaste en belachelijk flauwe mopjes (de reden van de eeuwige glimlach op mijn gezicht). Het ‘you only live once’-principe waar het ene kaboutercreatuur voor staat ken je vast wel (het spreekt nogal voor zich, nietwaar), maar kende je ook zijn compagnon ‘fear of missing out’ al? Ook deze vriend spreekt eigenlijk voor zich, en als je even nadenkt en die twee combineert, dan krijg je een ontzettend gevaarlijke cocktail, waardoor een mens als ik, die nogal gevoelig is aan schreeuwende kaboutervriendjes zomaar, hoppetee, bij iemand in de auto springt en koers zet naar Gent (geen zorgen, ik heb eerst zijn reviews gecheckt, het was volkomen veilig en dus niet helemaal onbezonnen).
Dank dus, aan deze twee ziektes van de tijd, zonder wie ik ongetwijfeld echt een boswandeling gemaakt had en dus officieel en voor eeuwig in het saaie stadsmens-hokje geduwd zou kunnen worden. Meneertje Fomo had namelijk tijdens mijn ochtendlijke facebookscrollsessie in de fase tussen slapen en opstaan gespot dat er nogal wat enthousiasme was over een bepaalde voorstelling. In Gent. Dus heeft meneertje Fomo meneertje Yolo gewekt, want ja, zo’n voorstelling speelt natuurlijk niet voor eeuwig, en toen begon het geschreeuw. In beide oren. Want als de vriendjes hun zinnen op iets gezet hebben, dan zal ik het geweten hebben. En voor ik het wist hadden die twee de touwtjes volledig in handen genomen en stond ik plots (nee, het was niet plots, het was ver rijden en de tanende vijftiger was heel saai gezelschap, maar goed, aangezien mijn kaboutervriendjes hun zin hadden gekregen waren zij wel even stil zodat ik toch een dutje kon doen in de chique Volvo, dat kan al van mijn bucket list dus) in het wonderlijke Gent, waar ik niet alleen een ontzettend leuke voorstelling zag, maar waar ik ook met gemak een rondje van 6 km liep, waar ik al strontbruin (bruin, rood, potato, potato) werd na een paar uurtjes in de zon en waar ik de luxe had een slaapplaats aangeboden te krijgen met catering, zonnig terras en heerlijk gezelschap inbegrepen. Ik mag het als hippe Amsterdammer waarschijnlijk niet toegeven, maar Gent, gij kunt mij krijgen. Met Yolo en Fomo en het hele pakket erbij.
De moraal van mijn verhaal? Geef af en toe eens toe aan die kaboutertjes, zij zullen jou dankbaar zijn en jij hen. Of ben ik de enige met die salopetgevalletjes op haar schouders?
L
* aan al die dirty minds: jullie denken verkeerd, want hij heeft het niet zo op borsten, dus ik maakte geen kans
Noot: Soho Cinders, ze spelen nog een weekend, dat van 15 mei. En ze zijn grappig. ’t Is in Brugge, maar hé, Yolo hé.
Noot numero 2: dit was mijn zondag: