Het is niet omdat ik niet werk, dat ik niet kan evalueren, toch? Ik vond het wel weer eens tijd voor een lijstje, niet in het minst voor mezelf, want hoewel ik echt goed genoeg weet dat ik vooruitga, durf ik mezelf al wel eens blindstaren op wat nog niet lukt. Tot diep in de nacht dansen op de toog bijvoorbeeld. Of bergbeklimmen. Of een volledig driegangenmenu op tafel krijgen zonder mezelf te verbranden. Enfin, je snapt me.
Bij deze presenteer ik jullie een kleine greep uit de dingen die ik een jaar geleden niet kon zonder te crashen (op het moment zelf of achteraf), en nu wél. Zijn dat baanbrekende toestanden? Zeker niet. Zijn dat dingen waar ik drie jaar geleden enthousiast over geweest zou zijn? Nog minder. Ik stond er toen zelfs niet bij stil dat er mensen zijn die die dingen niet zomaar kunnen.
Kleine disclaimer: ik heb het hier over wat ik kan op goede dagen. Als het tegenzit, heb ik met de meeste dingen op het lijstje nog steeds moeite. Gelukkig heb ik ondertussen ook wel gewoon veel meer goede dagen dan een jaar geleden.
- In een restaurant zitten waar ook andere mensen zitten en praten en plezier maken (hoe durven ze?), zonder compleet overweldigd te geraken (en daarvan te beginnen huilen).
- In dat restaurant ook zelf kiezen wat ik wil eten (tenzij de menukaart echt te lang is, maar dan lees ik meestal voor het gemak maar twee pagina’s en kies ik daaruit) zonder compleet overweldigd te geraken (en daarvan te beginnen huilen).
- Achtergrondmuziek verdragen, in de auto of in huis. Bijzonder blij ben ik daarmee, want stilte is dodelijk saai.
- Langer dan een kwartier geconcentreerd met iets bezig zijn.
- Naar een supermarkt gaan (met een plan en een lijstje, that is) zonder andere mensen te willen slaan of mij te willen verstoppen op de grond onder de groentebakken.
- Wandelingen van meer dan een halfuur (maar ook wel minder dan een uur) maken.
- Een volledige maaltijd klaarmaken. Dat ben ik wel altijd blijven doen, maar ging meestal gepaard met huilbuien/verbrande ledematen/gevallen etenswaren. Nu komen de keuken en ik er meestal ongeschonden uit.
- Een sociale activiteit ondernemen en daarna het openbaar vervoer terug naar huis nemen. Een zwaar onderschat gegeven, me dunkt.
- Op tijd uit bed komen.
- Start to runnen.
- Voorzichtig nadenken over weer aan het werk gaan. Maar dan wel héél voorzichtig.
- Mijn huis (semi) op orde houden. Kijk, ik ben Marie Kondo niet en ik zal ze ook nooit worden, maar mijn aanrecht is vrij, mijn wasmand niet overvol en er liggen relatief propere lakens op mijn bed. Dat is meer dan genoeg.
Dat zijn zowaar 12 hele punten, ik verdien (alweer) een schouderklopje. Ik zou er vast nog meer kunnen verzinnen, ware het niet dat ik nu ook weer geen uren geconcentreerd kan blijven. Nog niet.
Ik druk dit lijstje alvast af om mee voor m’n eigen neus te zwaaien als ik in een vlaag van wanhoop (met een snuifje dramatiek) weer eens uitroep DAT IK NIKS MEER KAN. Want dat is duidelijk gelogen.
L
?????????