Aloha (exotisch begonnen is half gewonnen),
Vandaag benoem ik mezelf officieel tot reisblogger (hallo, sponsors, ergens?) want ik heb voor jullie mijn allerbeste triptips! Mocht jij nu zo’n energetisch geval zijn dat nooit moe is of last krijgt van pijntjes, dan heb je er waarschijnlijk niets aan, maar goed nieuws: er zijn al honderdmiljoen blogs die wel tips hebben voor jou. Deze is echter dedicated to de energiespaarders en pijnstrijders onder ons.
Waarom ik deze post nu schrijf? Omdat ik zowaar een city heb getript vorige maand, en – hou je vast – daar niet zwaar aan onderdoor gegaan ben. Dat is best een prestatie, als ik zo kijk naar mijn andere tripjes het afgelopen jaar. Ik denk dus dat ik het reizen-met-een-kapotte-batterij onder de knie begin te krijgen. En dat is een goede zaak, want ik was niet meteen van plan om dat reisvirus van mij voor de rest van mijn leven te gaan onderdrukken.
Ging het helemaal, van begin tot einde, fantastisch dan? Nee gij. Ik heb ook gewoon hard gejankt en een halve dag supermottig in bed gelegen, gewoon omdat de reisdag al te vermoeiend was. Maar kijk, daar heb ik dan weer uit geleerd en dat heb ik meegenomen in mijn triptips. Zodat jij géén al-vooraf-betaalde-maaltijden moet overslaan of nee moet zeggen tegen gratis cocktails omdat je liever wil slapen. Ik zou bijna zeggen “graag gedaan”, maar dat is nu ook weer niet waar.
Bueno, genoeg gekletst, hier zijn de tips, zelf bijeen ervaren door yours truly.
- Kamelentochten. Niet doen. Ik weet het, het lijkt wel eens leuk, maar ik heb het voor je geprobeerd, en het is de twee dagen durende spierpijn niet helemaal waard. Bovendien denk ik eigenlijk ook niet dat die beestjes dat zelf echt leuk vinden, maar dat is weer een andere discussie. Ik wil met dit punt zeggen: leg alle mogelijke activiteiten even op de weegschaal. Wil je die bungeejump zo graag dat je er twee dagen pijn (en dus mogelijk ook rust) voor over hebt? Prima, doen. Is het die waardevolle vakantiedagen niet waard? Laat het dan zo. Een boekje lezen aan het zwembad is ook fijn. En, bonus, er sterven minder mensen door boeken te lezen dan door bungee te jumpen. Denk ik.
- Na reizen komt rusten. Huuuuuge snoozefest deze, maar een (vlieg)reis kruipt helaas niet in je kouwe kleren. Zeker niet als je daarbij ook nog een uur hebt rondgelopen op zoek naar de gate, anderhalf jaar hebt staan aanschuiven voor een paspoortcontrole en twee uur op koude vliegveldstoelen hebt zitten wachten. Plan een rustdag (of twee, of drie) na een reisdag als je al niet vanaf dag een in de problemen wil komen. Dat geldt ook voor je terugreis, trouwens.
- Nog een extra tip voor die reisdagen: comfort = alles. Neem een sjaal mee om als kussen te gebruiken. Stop snacks in je zakken. Zuip water bij de liter. Fiks die ene stoel met extra beenruimte als je het vliegtuig neemt. En sta af en toe recht om een dansje te doen, je benen en bij uitbreiding je hele lijf zullen je dankbaar zijn. Je buren waarschijnlijk ook, als je een beetje een goede danser bent.
In het geval van lange autoritten: stop elke twee uur om dat dansje te doen, neem genoeg water mee en hou je kussen op schoot. Ideaal voor dutjes en tegen schouderspierpijn.
Extra ongevraagd advies: ik vermijd zelf jetlags (voorlopig althans) want die vloeren mij al eens gewillig, maar als je ze toch trotseert: geef jezelf dan tijd genoeg om eraan te wennen. De rest van je vakantie zal je dankbaar zijn. - Maak een realistische planning. Je wil alles doen dat er te doen valt, maar helaas (insert triest muziekje), dat kan niet. Maak jezelf op voorhand al wijs dat je zeker nog eens terugkomt en stel dan een realistische planning op. Zo kan je actieve en minder actieve dagen afwisselen en weet je op welke dagen je wat verder kan pushen omdat er daarna rust in zicht is. Het is ook stukken makkelijker om te ‘voorrusten’ (it’s a thing) als je weet waarvoor je dat doet.
- Terrasjes all day, every day. Ik weet ondertussen van mezelf dat als ik te lang aan een stuk wandel, ik op een gegeven moment instort en op de grond wil gaan liggen om nooit meer op te staan. Dat is niet aan te raden, dus heb ik mezelf (en mijn lief) aangeleerd om geregeld (en dan bedoel ik echt elk uur) een terraspauze in te bouwen. Works like a charm.
Vergeet ook niet te eten tussendoor. Niks zo vervelend als verteerd door de honger nog op zoek te moeten gaan naar eten, te beslissen welke tent het wordt en dan nog een menukaart te moeten lezen en laten doordringen. Best even op voorhand over nadenken, zeg ik. - Uiteten gaan is ook een activiteit. Vroeger maakte ik wel eens de fout om m’n dagen in te plannen – ongeveer volgens het energieniveau dat ik had – maar dan zonder de eetmomenten. Waardoor ik compleet zonder fut aan de eettafel zat ’s avonds (of zelfs als ’s ochtends als we buitenshuis moesten ontbijten). Dat heb ik nu vermeden. In de eerste plaats omdat we ontbijt in ons hotel hadden, wat dus weinig energie kost want geen wandeling en geen keuzestress. En in de tweede plaats omdat ik etentjes meetelde als activiteit. Ja, dat houdt in dat je soms een middag op een ligzetel in de zon doorbrengt omdat je ’s avonds nog wil gaan eten, ja. Het vakantieleven kan zwaar zijn.
- Geniet zo veel mogelijk. Je hebt niets aan een vakantie als je heel de tijd loopt te stressen over wat lukt en wat niet. Ik vind deze zelf de moeilijkste, dus ik ga best nog wat oefenen denk ik. Tijd om een reisje te plannen.
Veel plezier, en ja, ik aanvaard souvenirs.
L
Volgens mij zijn dat zinvolle tips voor iedereen. Soms verliezen we wel eens uit het oog dat vakantie ook gewoon luierikken mag zijn en niet hoeft te betekenen dat je zoveel mogelijk Instagramwaardige activiteiten hebt gedaan.