“En Lotte, gaat het al wat beter?”
– Ik heb geen idee, jij goedbedoelende vriend, want hoezeer ik ook probeer te luisteren naar mijn lijf, het maakt mij vooralsnog vooral blaasjes wijs. Soms gaat het goed, soms gaat het niet goed en soms wisselen die twee elkaar netjes af. Schizofrene dagen zijn het!
Maar een komt een dag, wanneer ik mezelf écht beter kan noemen, en dat is de dag waarop ik weer met plezier naar een supermarkt (of Ikea, als ik de lat nog wat hoger mag leggen) ga. Want jongens, is me dat even een nachtmerrie tegenwoordig.
Vroeger, toen ik nog vlak bij een Colruyt woonde en ik bij wijze van spreken elk uur kon gaan checken of er al nieuwe proevertjes waren, was een supermarktbezoek zowaar een uitstapje. Hapjes, drankjes en een koelcel voor op iets te warme dagen, da’s eigenlijk een dagje in het park, maar dan beter.
Maar sinds mijn lijf niet meer zo stabiel en mijn hoofd niet meer zo koel (koelcel of niet) is, heb ik een diepgewortelde haat ontwikkeld voor alle grote winkels waar andere mensen zijn. Albert Heijn, ik kijk naar jou.
Omdat er zo veel prikkels (ja, ik haat het woord ook, maar het dekt wel de lading) zijn in de gemiddelde supermarkt – veel licht, honderdmiljard mensen, een jolly muziekske en IEDEREEN PRAAT ZO LUID – beperk ik mijn bezoekjes tot het absolute minimum. Want op de ene of de andere manier stijgt mijn frustratiemeter zo snel, dat ik iets te vaak met maar de helft van mijn boodschappen buitenkom. Maar ik kan het uitleggen!
Ik doe zelf heel erg mijn best om de frustraties binnen de perken te houden. Zo ga ik nooit ofte nimmer meer winkelen zonder een uitgeschreven boodschappenlijstje. Daarmee vermijd ik thuiskomen met enkel een pak Kinder Bueno’s en huilbuien onder de koeltoog. Een goede voorbereiding, het halve werk, toch?
Maar ik kan moeilijk ook de rest van de mensheid verplichten om zo voorbereid te zijn. Waardoor ik de helft van mijn shoppingtijd briesend sta te wachten tot Tanja (met haar halve lijf in de frigo die ik nodig heb) heeft beslist welke verpakking veldsla vandaag haar voorkeur geniet. Twijfelende mensen = niet goed voor de frustratiemeter.
Een volgende probleem: winkelkarren (in combinatie met mijn wonky brein, that is). Ik gebruik ze zelf niet (wegens afwijkende wieltjes en mijn eigen onhandigheid), maar wederom, andere mensen wel. Als die andere mensen vlak voor mijn voeten stoppen zonder waarschuwing (en dat doen ze altijd), dan moet ik ofwel ook stoppen ofwel uitwijken. Tegen dat ik dat bedacht heb, is het te laat om te stoppen, maar geen probleem, ik schiet nog net op tijd de andere kant uit om het karretje voor te steken. So far, so good, ik geef mezelf alvast een schouderklopje.
Maar als er dan op mijn uitwijkroute een tegenligger verschijnt, dan houdt het op, want zo ver had ik niet nagedacht. Dus ik freeze ter plekke, wat niemand helpt, want nu staat heel het gangpad geblokkeerd. En pas dan begint mijn brein te overpeinzen wat er nu van mij verwacht wordt. Het duurt dus een paar zeer ongemakkelijke seconden, tot ik mezelf tussen de twee karren door wring, met een dodelijke blik naar de stopper en een sorry naar de tegenligger. Hoe het met de frustratiemeter gaat, vraagt u? Ver in het rood.
En dan, na al die emoties (ik meen dit), komt de showstopper, de druppel, de oorzaak van de finale kortsluiting. Er staat iets op mijn lijstje, maar het staat niet in het rek. Kijk, ik ben tijdens een supermarktbezoek ingesteld op grijpen en leggen, niet op nadenken. Dat heb ik namelijk op voorhand al gedaan, precies omdat mij dat niet lukt in zo’n mierennest.
En nu moet ik alsnog levensbelangrijke beslissingen gaan maken met een soundtrack van jolly muziek en roepende mensen terwijl ik tussen al die karren, manden en ledematen ook nog eens mijn personal space probeer te bewaken. Een ander merk nemen? *NEE KEVIN GE KRIJGT GENE CHOCOLAT* Een alternatief product? *EXCUSEER IK MOET ERDOOR* Mijn hele weekmenu omgooien? *PLING PLONG EEN MEDEWERKER WORDT AAN DE KASSA GEVRAAGD* Er zijn te veel opties en ik krijg ze niet eens allemaal op een rijtje. En ondertussen sta ik al minstens even lang voor dat rek als Tanja voor haar veldsla.
Enfin, tegen die tijd voel ik mij compleet opgejaagd en wordt mijn mandje veel te zwaar en ik veel te duizelig. Dus ik besluit dat de rest van mijn boodschappenlijst niet urgent is en hou het voor bekeken.
En dat, beste mensen, is hoe je compleet over je toeren en zonder de juiste boodschappen de supermarkt uitwandelt.
Kanniwachten om terug op mijn gemak op proevertjesjacht te gaan,
L
(Klein hoeraatje voor de bestelservice van Albert Heijn, waardoor ik ook quasi nooit meer naar supermarkten moet)
Heel herkenbaar ook voor niet-zo-vermoeibare mensen. Voeg daaraan toe: By all means! Ge zijt nog naar ’t wc geweest nét voor dat ge vertrok, da kan nie da ge nu wéér megasuper dringend moet. Fokking koelcel.