Ik heb weer iets nieuws ontdekt (als ik groot ben word ik ontdekkingsreiziger, echt hoor, heb ik aanleg voor). Onder het mom van “laat al die agressie er op een gepermitteerde manier uit in plaats van mensen at random pijn te doen” meldde ik mij gisterenavond present voor een groepslesje slaan en stampen tot de stukken ervan af vliegen (maar dan niet letterlijk, wegens levend doelwit, die dan ook nog eens een collega was). En dames, heren, met trots kan ik u melden dat mevrouwtje de boks- en stampinstructrice op geen enkel moment aanmerkingen had bij mijn boks- en stampstijl (op een occasionele “lekker bezig meiden!” na dan). Dat zou natuurlijk kunnen zijn omdat ze een hopeloos geval van mijlenver herkent, maar, en daar ga ik liever vanuit, misschien ben ik ook gewoon een natuurtalent. Gaan jullie ook maar gewoon uit van het laatste, voor de gemakkelijkheid. Een beetje ontzag kweken kan geen kwaad.
Nu was dat groepslesje een groepslesje op z’n Hollands. Dat wil zeggen, in het Vondelpark. Want alle sportlessen van de hele stad lijken door te gaan in het Vondelpark. Juist ja, daar waar echt elke Amsterdammer -en dus ook de paar hete brokken die deze stad rijk is- na kantoortijd voorbij wandelt, fietst of jogt en zich daarbij kostelijk amuseert met het kijken naar… een kudde op hol geslagen vrouwen die elkaar met bokshandschoenen bewerken, bijvoorbeeld. Ik betwijfel of het er heel aantrekkelijk uitzag. Maar goed, aangezien ik mezelf graag een echte Hollander én een echte sportvrouw noem (dat laatste moet ik van Evy) moest dat er ooit eens van komen. Nu heb ik mijn vondelparkdebuut gehad, en dat met een sport waar ik nog iets van bak (die handschoenen aankrijgen staat al gelijk aan er iets van bakken). Beter dan met een of ander bootcamp waarbij ik al na 5 minuten en 2 push-ups (haha, who am I kidding, ik kan er nog geen 1) met mijn neus in het gras stuik en er niet meer uit geraak, niet waar?
Nu heeft dat uurtje powervrouwen naast een ontzettend zelfvoldaan gevoel en een boost in mijn zelfvertrouwen nog een ander gevolg. Ik krijg mijn armen namelijk niet meer omhoog. Zelfs niet een beetje. Beeld je het gevoel in van de dag na de gevreesde “dag van de spuitjes” op school, maal 7. Dat, maar dan in beide armen, want mevrouw de boks- en stampinstructrice was in tegenstelling tot de schooldokter niet zo aardig om zich te beperken tot alleen de niet-schrijfarm. Wie zich geroepen voelt om mijn haar te komen wassen, mij een massage te komen geven of mijn was te komen ophangen is dan ook meer dan welkom. Ik geef het maar mee, want het zou wel eens aangenamer kunnen zijn om mij te vriend te houden, gezien mijn nieuw ontdekte talent…
L