Life-update uit kamp mezelf: Week 2 van de redactieperiode op school, dat wil zeggen, werken voor een externe opdrachtgever, en, hoera hoera, geen lessen meer. Dus geen Franse, Engelse, of andere irrelevante en meestal irritante onderbrekingen. En dus als het ware, een simulatie van ‘het echte leven’ van een journalist, enfin, ik denk toch dat dat de bedoeling van de school is, naast vriendjes maken in de geburen door gratis journalistieke werkkrachten aan te bieden.
Nu, als dit werkelijk een weergave is van ‘het echte leven’, dan ga ik daar op inhoudelijk vlak gewoon gelukkig over zijn, want ik hang de godganse dag in het theater rond, en laat dat nu net een van mijn favoriete plekjes op aarde zijn, maar aan de praktische kant valt er toch nog wat te schaven me dunkt. Werkmensen allerhande, hoe overleven jullie het toch?! Mijn sociale leven gaat sneller ten onder dan de Titanic indertijd, en aan mijn mopjes (zie het eerste zinsdeel) is nogal duidelijk te merken dat ik moe ben. Dat komt dan weer doordat ik droom van camera’s, microfoons en ruisende koptelefoons, en opsta met in mijn hoofd een wervelwind van namen van mensen die ik moet mailen, dingen die nog moeten aangepast worden in filmpjes en na te komen afspraken. Geen wonder dat ik dan gewoon terug mijn ogen wil toedoen en blijven liggen, dat deed ik trouwens daarvoor ook al, dus dat doet hier eigenlijk niets ter zake. Die wervelwind is er trouwens niet alleen ’s ochtends, nee, die is permanent en ik vind het heel moeilijk om die uit te schakelen, behalve met de hulp van alcohol, maar dat is te duur (en te gevaarlijk, alcohol is den duivel en geen oplossing voor problemen). Bovendien mogen we aan de montagecomputers bij ons op school, waar ik toch vrij veel tijd doorbreng, eten noch drinken -ik quote het mevrouwtje dat daarstraks kwam opmerken dat er een flesje naast mijn computer stond: “Ja, ge moogt natuurlijk altijd drinken hé, maar dan moet ge efkes buitengaan en terug binnenkomen”- heel aardig allemaal, maar daar ben ik te lui voor. Geen alcoholische neigingen dus tot hiertoe.
Naast de redenen tot zeuren zijn er natuurlijk ook positieve kanten, maar ik eindig altijd graag met een positieve noot, als een ware optimist, dus die moesten wachten. Zo kiezen wij bijvoorbeeld zelf onze uren, zodat dat langer in bed blijven liggen geen probleem is.Daarnaast hebben we, zoals eerder vermeld, reden tot het platlopen van de theaterdeur (aangezien onze externe opdrachtgever een theaterfestival is), wat mij persoonlijk heel blij maakt, want er blijft toch altijd iets “magisch” hangen in een theater. Daarbovenop zijn we dan ook nog eens heel vrij om te maken wat we willen, dus eigenlijk amuseer ik mij hier best wel. En dan is ‘best wel’ best wel een understatement.
Daar komen dan ook nog eens externe factoren bij. Zo werd ik vandaag verblind werd door de zon. Jawel. Verblind. Zon. En dus was in mijn hoofd de associatie met de aankomende lente snel gemaakt, en lente in mijn hoofd is instant energieboost. Dus als je de afweging met mij even mee maakt blijft de balans positief. Conclusie: Zo lang de zon blijft schijnen en er theater is komt alles altijd goed.
Nog een vrijblijvende update over mijn vorige post: Ook God, of het lot, of wie of wat dan ook heeft mijn kapsel goedgekeurd door een supermooie puist pal op mijn voorhoofd te plaatsen. Ik ben nog nooit zo blij geweest met mijn frou.
Alle liefde uit Lotteland,
L