Flashbacktime! Ik zit vandaag voor even terug op de schoolbanken, wegens een copywritingtraining en ik ben als het ware terug gekatapulteerd naar mijn tijd tussen de boeken (klinkt alsof ik heel oud ben, is niet zo, maar je bent nooit te jong voor een beetje nostalgie!). Ondanks het feit dat ik dacht dat ik misschien een beetje gedisciplineerder en ietsje gefocuster zou zijn dan back in the days, was er nog niets veranderd. Zo kan ik bijvoorbeeld nog steeds niet langer dan 5 minuten mijn onverdeelde aandacht besteden aan 1 bepaalde persoon die iets theoretisch staat uit te leggen (de helft van dit blogbericht is dan ook tijdens de training geschreven, oepsie) en ben ik nog wel steeds een master in het multitasken, waardoor mijn onderbewustzijn de informatie die langs mijn oren waait wel ergens opslaat. Daarnaast ben ik nog steeds die strever die als eerste klaar is met opdrachten (en dat is dan meestal gewoon omdat ik het beu ben en niet meer wil nakijken) waarna ik ongemakkelijk om mij heen begin te kijken, nog net niet begin te “juf juf wat moeten we doen als we klaar zijn?”-en en nog meer andere dingen ga doen die niet de bedoeling zijn (blogs schrijven is maar een van de vele voorbeelden) om dan niet eens op te merken wanneer we weer terug begonnen zijn. Mijn schooltijd all over again dus! Een kleine flashback…
Al van jongs af ben ik een van de lucky ones die met een minimaal aan inspanning best behoorlijke resultaten wist te halen. Ik weet dat, ik prijs mezelf daar gelukkig mee en ik heb oneindig veel respect voor mensen die ontzettend hard hebben moeten zwoegen voor hun diploma. In de lagere school wisselde ik onafgebroken tetteren af met de wijsneus uithangen en streven, vulde ik mijn avonden met hobby’s en bleven mijn boeken in mijn paarse kipling-boekentas tot de volgende dag (dat is kort door de bocht hoor, soms deed ik wel iets. Soms.) en deed ik enkel écht mijn best voor opdrachten waarbij ik verhaaltjes kon verzinnen of gedichten mocht schrijven. Inclusief schreeuwerige word-arttitels in de lelijkste kleurencombinaties. Luxesituatie? I know. Maar mijn gedichtjes waren wel echt goed, ik zweer het. Ooit bundel ik mijn kindergedichten en dan noem ik het “Giechelgarantiegedichten”. Onder een valse naam, weliswaar. (Ik besef nu, bij het nalezen pas, dat een valse naam gebruiken nogal loos is als je op het internet al de titel van het boek verklapt. Briljant brein, hierzo).
Daar waar ik tijdens de verplichte clb-gesprekken in het zesde leerjaar gewaarschuwd was voor het middelbaar, omdat ik daar toch wel echt zou moeten beginnen werken hoor, ben ik er toch in geslaagd om dat met een minimum (ok ja, iets meer dan in het lager, dat geef ik toe) aan inspanning op een behoorlijke wijze te volbrengen. Als we even alle ‘Lotte kan beter maar moet er iets voor doen’-rapportcommentaren negeren, that is. Pas op, ik deed soms wel mijn best hoor, maar vooral voor wat ik leuk vond én maar tot op het punt dat nodig was. Ik noem het ergonomisch studeren. Zo sloeg ik voor de wiskundelessen het vanbuiten leren van definities en stellingen over, want oefeningen vond ik leuker, en die stonden op meer punten, dus zou ik het zo ook wel halen. De werking van cellen vanbuiten leren, Latijnse zinnen ontleden of -God sta me bij- een kleurenzeshoek maken met zelfgemengde verf? Waarom zou ik daar zelfs meer dan het minimum voor doen. Ik durf er zelfs hier en nu voor uitkomen dat ik voor die verrekte zeshoek gewoon groene verf gebruikt heb in plaats van kobaltblauw en citroengeel te mengen. Een van de twee was namelijk op en groen is groen. Ho, niet boos worden, ik heb toch geen goede punten gehaald voor die taak, want ik had buiten de lijntjes geschilderd, en mijn oranje was niet goed gemengd. (Valt het op dat ik met onverwerkte P.O.-trauma’s zit? Same story voor L.O. en T.O. trouwens. Opvoedingsvakken, not my cup of tea.)
En zo eindigde ik op de ene of de andere manier met ruimschoots genoeg punten volgens het systeem, exact genoeg punten volgens mezelf, en te weinig punten volgens leraren en ouders. En met prachtig versierde cursussen natuurlijk, want terwijl ik met mijn halve bewustzijn al zo veel mogelijk informatie uit de les opsloeg (god wat ben ik dankbaar dat ik dat kan, want anders zat ik nu nog in het middelbaar), zat de rest van mijn hoofd in andere oorden, en dat uitte zich in wonderlijke composities van kribbels, uitgebreide illustraties en persoonlijke commentaren. Ik zweer je, later, als Nederlands ooit een uitgestorven taal wordt, worden “Lottes cursuscommentaren” populaire vertaalexamens. Hebben die studenten er ook wat plezier aan, ik gun het hen alvast.
Stamp ik hiermee harder werkende studenten tegen de schenen? Vast wel. Ben ik een ondankbaar wicht omdat ik dat brein van mij nooit harder aan het werk heb gezet? Vast wel. Had ik een universitair geschoold topwetenschapper geworden als ik wat harder mijn best had gedaan? Vast wel. Was ik dan gelukkiger geweest dan ik nu ben? Heel zeker niet. Zou ik maar wat graag die ene leerkracht die verontwaardigd was dat ik ‘maar’ hogeschool ging doen nog eens terugzien om haar van een deftig antwoord te voorzien, omdat ik op het moment zelf met de mond vol tanden stond? Ja, echt, ontzettend graag. Want nee, misschien heb ik niet al mijn mogelijkheden benut, maar ik heb nu ik er zo op terugkijk altijd gedaan wat ik graag deed (ok behalve dat Latijn, maar een betere optie was er niet) en eigenlijk heb ik (voorlopig) nergens spijt van, behalve misschien van het niet genoeg onderhouden van mijn word-artskills.
Vol van nostalgie,
L
Noot: deze verhalen zijn opgemaakt uit een mix van herinneringen, trauma’s, cursussen en rapportcommentaren. Enige over- of onderdrijving is mogelijk.
Zo immens herkenbaar! En voila, net weer tijd gespendeerd aan deze blog ipv schoolwerk, slechte invloed!