Gisteren beleefde ik een van mijn standaard zaterdagavonden (lees:ik las een boek, want zo spannend is mijn leven wel) en zo stuitte ik op de verhalen over Lotta van de Kabaalstraat. Juist, dat eigenzinnige geval uit een van de kinderverhalen van Astrid Lindgren. Mijn weekends zijn niet alleen heel spannend, maar ook nog eens supervolwassen. Maar goed, volg even met mij mee: die Lotta, dat is een tof kind. Ik ook. Lotta heeft een grote broer een zus. Die heb ik ook, al is groot hier voor discussie vatbaar. Lotta’s broer en zus zijn ontzettende wijsneuzen. De mijne ook, of dacht je soms dat ik uit vrije wil geleerd heb waar PLC voor staat of waar Pieter Daens zoal mee bezig was. Lotta en haar knuffelbeest zijn onafscheidelijk. Had ik jullie al aan mijn eigen hondje voorgesteld? Lotta heeft een ontzettend grote bek. Tja, ook ik pleit schuldig. Maar last but not least, Lotta kan bijna alles, en ze kan dat alleen. Moet ik er nog een tekeningetje bij maken? Want ja, ook ik kan bijna alles (bijna, want fietsbanden plakken is nog altijd niet aan mij besteed).
Conclusie: ik ben een sterke, onafhankelijke vrouw. Net als Lotta. Enfin, vrouwtje dus. En dat, lieve mensen, dat is exact waarom ik dit soort oervolwassen literatuur verkies boven de tijdschriften die wel voor mijn doelgroep bedoeld zijn. Omdat daar waar de doorsnee tijdschriftredactie (in mijn gedachten zijn het allemaal stuk voor stuk lange blonde grieten die op hun veertiende ontmaagd werden in de bosjes na een schoolfuif en sindsdien nooit langer dan een week single zijn gebleven, maar dat kan een wat vertekend beeld zijn) mij ervan probeert te overtuigen dat ik ooit echt wel een man aan de haak sla, als ik me maar gedraag, boerenkool eet, genoeg sport, vreemde mannen aanspreek op café en mij bekeer tot het Tinderisme, wel, daar herinnert Lotta mij er weer aan dat ik ook gewoon die wijsneus in mij (da’s genetisch, weet je wel) zijn gangen kan laten gaan en kan doen waar ik zin in heb. Zelfs al is dat de zaterdagavond in bed doorbrengen met verhalen uit de Kabaalstraat. Want ik kan toch bijna alles, en ik kan dat alleen.
Zondagse groetjes uit mijn eigen Kabaalstraat,
L
Noot: op het einde van elk verhaal is Lotta wel altijd weer dikke vriendjes met broer en zus, vaak omdat zij toch gelijk had. Gewoon, een weetje.