Mensen in hokjes stoppen mag niet, zeggen ze. Hokjes schetsen waar mensen vrijwillig in kunnen springen daarentegen, dat mag bij mijn weten wel. En als het niet mocht, zou ik het toch doen. Want hokjesdenken is niet alleen bekrompen, belachelijk en triest, maar stiekem ook nog eens heel leuk. Ok, hier gaan we. Denk een hokje uit gerecycleerd karton. Elektriciteit wordt er opgewekt door een zonnepaneeltje op het dak, maar wordt eigenlijk amper gebruikt. Tegen dat hokje, net naast de ingang, staat een bakfiets, door creatieve kinderhanden in bonte kleuren geschilderd en afgeleefd door het dagelijkse gebruik. Op de bodem van het hokje liggen handgehaakte tapijtjes en in een kleine ladekast -getimmerd uit restjes hout- ligt een familievoorraad geitenwollen sokken, want de warmte van de open haard reikt niet ver genoeg om in het hele hok je voeten warm te houden. Ik noem het ‘het geitenwollensokkenhok’, en wie erin wil kruipen, die mag, ik oordeel niet.
Mensen die doorgaans in het geitenwollensokkenhok horen -laat me ze voor het gemak geitenwollensokken (in deze context is dat 1 woord, ja) noemen- die vullen hun dagen met het bakken van speltkoeken, het breien van sjaals, mutsen en oversized maar wel vreselijk warme vesten en het schilderen van abstracte portretten van hun ‘kids’, die in de tuin tussen bladerhopen huppelen en belachelijk vredelievend met elkaar omgaan dankzij een verantwoorde opvoeding op basis van de stand van de sterren. Een standaard geitenwollensok bezit geen televisie, geen play station, geen wii, niets. Een computer behoort wel tot de mogelijkheden, maar het gebruik ervan blijft beperkt, eigenlijk wordt dat alleen maar gebruikt om nieuwe breipatronen op te zoeken of recepten voor havermoutpap te delen. Want ja, de geitenwollensokkenfamilie begint elke dag met een groot bord havermoutpap en eindigt de dag met biologische thee aan het haardvuur terwijl ze met elkaar brainstormen over hoe ze nog dichter bij de natuur kunnen komen.
Om alle mensen die zich nu ongemakkelijk voelen omdat ik delen van hun levensstijl als geitenwolgesokt heb bestempeld een hart onder de riem te steken: ook ik ontbijt elke ochtend met havermout en heb een zwak voor biologische thee. Er zit namelijk een beetje geitenwollensok in elk van ons, en de beste manier om daarmee om te gaan is het te omarmen, want zo’n beetje geitenwol in je leven, dat is best gezellig. En warm. En dat is exact wat ik vandaag ook besloot te doen: de geitenwollensok in mezelf omarmen. En dus trok ik op deze vrije zondagmiddag, samen met alle geitenwollensokken van heel Amsterdam naar het bos. Jawel, deze bruisende stad heeft een bos (want waar anders moeten mensen heen om 1 te worden met de natuur?) en ik besloot om er te gaan wandelen. Lees gerust verder wanneer je uitgelachen bent.
Het is en blijft en kunstmatig aangelegd bos, en ja, je moet een beetje moeite doen om de voorbijrazende auto’s en de overvliegende vliegtuigen te negeren, maar echte geitenwollensokken die zetten gewoon hun innerlijke ecofilter aan en horen daarna niets anders meer dan fluitende vogeltjes, knisperende herfstbladeren en gelukkige kinderen terwijl ze op gevoel een wandeling maken die net daar uitkomt waar ze willen zijn zodat ze net op tijd weer thuis zijn voor hun tas thee met haverkoekjes. En zo probeerde ook ik dat vandaag, tijdens mijn wandeling langs een netjes uitgestippelde, met paaltjes aangegeven, route. Die ik achterstevoren volgde, omdat ik het begin niet vond. En waarvan ik in de helft per ongeluk afweek zodat ik op een andere route terechtkwam. Die ik dan weer kwijtspeelde, waarna ik zelf de weg terug moest zoeken. Waardoor ik uiteindelijk heel lang gewandeld heb. Ik heb het geitenwollensokken nog niet helemaal onder de knie, maar hé, gelukkig zijn er nog andere hokjes waar ik in pas.
Morgen laat ik de bureausul in mij weer los voor een paar dagen, waarna de losgeslagen jongere het mag overnemen. Hokjesdenken is plezant!
L