24, dat is 2 jaar ouder dan de vorige keer dat ik een vergelijkbare post als deze schreef. Wel, ik kan jullie vol vreugde meedelen dat ik nog geen spatje (woordspeling, maar dat kan je nog niet weten, want ik heb nog niet gezegd waarover het gaat, wait for it) veranderd ben.
Flashback (wooh, weer een woordspeling, wie is er al mee?): 2 jaar geleden woonde ik in een achterkamer in Amsterdam, met als enige gezelschap een in-zichzelf-pratende buurvrouw waar ik bang van was. En plots werd ik uit mijn bed gebliksemd en gedonderd, en verbaasde ik mezelf compleet door nog even bang te zijn van flitsen en knallen als toen ik 3 was en aan mijn mama’s benen vastgelijmd stond tijdens het vuurwerk. Enfin, dat heb ik allemaal al eens opgeschreven, en toen hadden we afgesproken dat ik gezelschap zou krijgen als de lucht (veralgemening van het natuurfenomeen dat storm effectief veroorzaakt) nog eens zo tekeer ging.
Vandaag kwam ik erachter dat die hemelfeestjes nog steeds exact hetzelfde effect op mij hebben -wat een verrassing alweer-, meer nog, dat ik er zelfs in slaag om te gaan gillen als ik, ja, alleen ja, in de auto zit en bliksem zie. Hou commentaar als ‘hé, maar in de auto ben je toch het allerveiligst’ bij want dat weet ik waarschijnlijk al langer dan jij dat weet (tenzij je oud bent). Gelukkigerwijs stond ik net voor een rood licht toen de oh zo almachtige God of weetikveel wie er instaat voor de waterregulatie daarboven nog eens besloot te gaan donderen, want als je al rijdende je handen over je oren gaat kletsen zou het wel eens fout kunnen aflopen. Ik denk dat mijn buurauto’s het nog wel amusant vonden, dat zou ik ook gevonden hebben als ik niet zo teringbang was.
Dus laten we de bestaande regeling van ‘Lottes logees bij stormweer’ uitbreiden met een beurtrol voor ‘Lottes co-chauffeurs in stormweer’. Zodat er ten minste iemand is die kan blijven sturen als ik per se weer eens bizarre reflexieve acties wil ondernemen met beide handen tegelijk. Of iemand die de radio op tijd luider draait zodat ik niets anders meer hoor. Of iemand die mij ervan overtuigt dat die lichtflitsen afkomstig zijn van medechauffeurs. Bliksems zijn ok zolang ze op het voorhoofd van kleine tovenaartjes blijven zitten, donderen mag alleen als er op- voor staat. Dat die laatste halve zin erg flauw is, daar ben ik me van bewust, maar dat ben ik ook vandaag.
Tot het nieuwe rampenplan van kracht gaat (spreek onderling maar af hoe jullie de shiften verdelen) ga ik gewoon nog een beetje verder zingen over raindrops on roses and whiskers on kittens. Met de nodige tussenpozen, om te vloeken over loze lichtflitsen of te tieren over geluidsoverlast van hogerhand.
Lach me maar gewoon uit, dat doe ik ook,
L