Woo-fucking-hoo! Eindelijk bijna weg. Hoe andere mensen een jaar kunnen wachten voor ze effectief vertrekken, het is mij een raadsel. Mijn slaapkamer is ondertussen very, very empty, dus ik zit hier as we speak midden in een triest, verlaten ruimtetje (want: nog steeds de beste wifi hier) te roepen naar mezelf (want: gekke galm hier) en mij af te vragen hoe ik nu in godsnaam dat dakraam moet dichtkrijgen (want: geen bed meer om op te staan hier). Ik heb mijn rugzak na een afscheidsfeest om U tegen te zeggen aangevuld met een liefdevol pretpakket, een spaghetti-opdraaivork (zo’n dingen bestaan en dat je op wereldreis moet gaan om dat de ontdekken is een gigantische schande) en een veel te groot knuffelvarken. Dat laatste is een gevalletje kuil graven en er zelf heel erg onelegant en met open ogen instuiken. Dat was namelijk in een ver verleden ook mijn broer zijn ietwat opgedrongen reisbuddy. Cadeautje van…jawel, broer en zussen. Toen was het hilarisch.
Ik heb ondertussen ook geprobeerd met mijn tablet een blogpost in elkaar te steken (voorbereid much!) en dat is… niet gelukt! Maar zoals dat altijd gaat met die dingen gaat dat natuurlijk beter met brakke hostelwifi in vreemde landen. Daar ben ik van overtuigd.
Wat rest mij nog in België? Een stuk of 7 trips naar mijn auto met dozen en rugzakken (ik heb serieus 3 verhuisdozen waar ‘laatste restjes’ opstaat, wie doet beter?). Een paar helse afscheidjes die ik toch niet helemaal kan plaatsen omdat mijn hoofd er nog steeds van overtuigd is dat het hier over een korte citytrip gaat. Veel lekker eten en nog meer lekker drinken, een laatste Belgische kater mag natuurlijk niet ontbreken. Een backpackpropinitiatie en de daarmee gepaard gaande frustratie. Een ritje naar de luchthaven aka mij een half uur afvragen wat ik in godsnaam van plan ben. Een koffie in de luchthaven. Een beetje sukkelen met rugzakken en tickets. De hoogstnoodzakelijke passage langs alle parfumtesters (sorry, vluchtburen!). En allez ja, als ik het echt niet langer kan uitstellen: TAKE-OFF!
De volgende keer dat jullie mij horen bevind ik mij op buitenlandse bodem. Of dat nu Portugese of Amerikaanse bodem is, dat hangt af van de zon, de tablet, de wifi en mijn luiheid. Ik zit te stuiteren van de zenuwen, en dat gaat niet ophouden tot ik goed en wel de lucht inga. Wederom sorry vluchtburen.
Hasta la vista!
L
Noot: wat die kaartjes betreft waar iedereen achter vraagt: ik weet nu al niet meer wie het allemaal vroeg, dus reken er niet op. Sorry. Love you anyway.