Ha, jullie dachten allemaal dat ik dood was hé? Dat is niet zo, al gedraagt mijn rechterbeen zich af en toe nog steeds als dat van een bijna dode soldaat die net in zijn –hoe raadt u het- rechterbeen is geschoten. Maar goed, uiteraard duik ik nét op tijd weer op om mijn vijfde blogjaardag te vieren. Waar zou ik nog voor staan als ik zelfs dat zou negeren. Juist ja, op 16 juni is het op de kop af 5 jaar geleden dat ik besloot dat de wijde wereld wel iets zou hebben aan mijn sokkenstress (hier terug te lezen trouwens, voor zij die deze bron van onzin en ontspanning nog geen 5 jaar bij hun favorieten hebben staan). Ondertussen ben ik nog steeds een actieve strijder voor de sokkenrechten, ik durf zelfs meer zeggen: de dagen dat ik twee dezelfde sokken draag zijn op een hand te tellen. Op geen hand ook eigenlijk. Ik ben nog steeds de persoon die ik 5 jaar geleden wilde zijn. Trouw zijn aan jezelf heet dat. Prachtig.
Wat nog prachtig is, is dat bij een blogjaardag, en dan zeker als dat een mooi rond getal als 5 is, cadeautjes horen. Dat weet ik sinds ik op mijn derde blogjaardag ontvoerd werd voor een etentje, me dunkt. In ruil voor die aandacht en cadeaus zal ik proberen mij wat minder te gedragen als een stervende soldaat die –abstract verwoord- in de blog is geschoten (snap je ‘m, naar analogie met hierboven, hé? hé? Ik word nog een literair genie) en jullie wat meer te laven met bijzonder goed gebakken lucht.
Hoe het gaat met die stervende soldaat die net in het rechterbeen is geschoten hier? Goh, mank zeker? Nee alle gekheid op een houten been -als ik er ooit een krijg wil ik er een roze- het gaat fantastisch met mij, en dan niet alleen omdat ik non-stop en schaamteloos beengerelateerde woordmopjes kan maken. Ik woon in een huis vol girl power (tenzij er iets kapotgaat, dan ligt onze kracht vooral in het hardnekkig negeren van dat probleem, en dat met behulp van meters duct tape) en roze muren –hence, het bijpassende houten been. Ik heb een job waarmee ik geld genoeg verdien om die roze muren, een dak, en af en toe eens een pintje (of als ik de dagen erna op droog brood leef: een gin-tonic) te betalen. Ik teer nog altijd op dat ene toogverhaal van dat paard, “Tiny gaat paardrijden – hoe het écht afliep’’, en dat is nog altijd een voltreffer. Maar bovenal, en dat is eigenlijk het allerleukste, heeft deze Tinderqueen haar laatste date voor de verandering eens niet verpest. Die hoogste Tinderonderscheiding is binnen, en ondanks het feit dat ik nog altijd niet kan koken, beleefd zijn of op hakken lopen houdt mijn persoonlijke hoofdprijs het voorlopig nog altijd met me uit. Jammer voor jullie, want de tijden van tinderteleurstelling zijn voorlopig voorbij. Geen zorgen, als ik een 80-jarige weduwe ben, ben ik er weer met meer tinderverhalen. Muilen zonder tanden, rolstoeldansen en romantisch lauwe koffie drinken uit tuitbekers, ik kijk er zowaar nu al naar uit.
Maar dus, om bij de zaak te blijven: virtuele champagne, macarons en frieten voor iedereen, maar vooral voor Little Lotte, al 5 jaar mijn en jullie lief, mijn leed en jullie leedvermaak, mijn eigen virtuele podium waar ik kan staan roepen wat ik wil en jullie -al dan niet verplichte- entertainment. Mijn sokken en ikzelf zijn jullie dankbaar. Op naar de volgende vijf, met nog meer leute, paarden en vooral rozengeur en maneschijn (maar ook niet altijd want dat zou gaan vervelen).
16 juni, niet vergeten! ErQ
L