Franse lessen, you love them or you hate them, je haalt er enkele nuttige dingen uit, maar je leert er even veel onzin die je beter gelijk maar weer vergeet.
In de twee laatste jaren van de lagere school leerde ik een brood bestellen bij de bakker (ultranuttig, want ik hou van brood en casual een baguette bestellen/onder de arm houden/eten in Frankrijk is een verplicht item op elke bucket list) en liedjes zingen over Schanulleke (minder nuttig, vrij tot zeer amusant en tot op heden de meest memorabele les Frans ooit). Tot zover was het meestal dikke liefde tussen mij en mijn Franse boeken.
Maar toen veranderden de kleurrijke ‘Suske en Wiske’-boeken in dikke boeken vol situaties waar niemand ooit in terechtkomt (de weg vragen naar het postkantoor, lieve leerkrachten, is passé, want er is google maps, ten eerste, en ten tweede gaat geen mens ooit nog naar een postkantoor) en drie verschillende vertalingen voor elk bestaand Nederlands woord waarvan je de helft zelfs in je moedertaal niet gebruikt. Gelukkig werden die zinloosheden afgewisseld met de broodnodige chansons (ik ken ze nog allemaal vanbuiten), videoclips (wat ik onthield: Franse artiesten zijn allemaal coucou in the coconut) en zelfs een rock opera (maar daar herinner ik mij alleen nog van dat ik een keer expres naar de wc ben gelopen om te verhinderen dat ik in slaap zou vallen. Aardig van me dat ik dat wilde vermijden, toch?). Daarnaast leerden we uiteraard ook bewonderenswaardige brieven schrijven van gemiddeld 4 woorden per zin, werkwoordstijden afhaspelen waarvaan geen enkele niet-leraar ooit gehoord heeft en de weg vinden in het Parijse metrostelsel (voor dat laatste ben ik wel oprecht dankbaar trouwens. Geen sarcasme.).
Op naar het hoger, waar alle gevreesde grammaire van het middelbaar er nog maar eens doorgedraaid werd, voor mocht het ons opeens wel boeien, of mochten we opeens toch de ambitie krijgen om Frans academicus te worden, maar waar ik ook opgezadeld werd met de eer ons hele rechtsstelsel (dat ik in het Nederlands al niet begrijp, noch wil begrijpen) te mogen presenteren. In. Het. Frans. Die dag heb ik zwart gekleurd in mijn dagboek en gaat mijn biografie in als een van de vreselijkste dagen des levens. Die ervaring overschaduwt blijkbaar ook al de rest, want wat ik verder nog leerde is een grote waas.
Wat ik echter niet leerde, lieve leerkrachten, take the note, is het opstellen van een formele mail naar een hotel om te vragen of ze toevallig je kleine, vuile, driepotige knuffelhondje hebben gevonden en of ze dat willen opsturen. En dat, dat had mij nu net wel van pas kunnen komen. Want op een paar dagen Frankrijk wist ik mij in bakkers, karaokebars (ok, dat is niet voorgevallen, maar het had gekund en ik had dat sowieso gerockt) en zelfs in normale gesprekken uit de slag te trekken, maar toen het noodlot en mijn ochtendwarrigheid zo dramatisch toesloeg heb ik mij moeten behelpen met bric-à-brac Frans dat precies net door google translate gehaald was. Een gat in mijn opleiding, zoveel is duidelijk. Gelukkig was de situatie op zich al beschamend genoeg, zodat dat hakkel-kwakkel-taaltje er nog wel bijkon. Ik weet in welk hotel ik nooit meer ga logeren.
Grosses bises,
L
Noot: ik heb al antwoord gehad dat ze het zullen opsturen en dat ze gelijk mijn broek en kousen mee in het pakketje gestopt hebben. In my defense: het was vroeg toen ik er vertrok.