Stille Zaterdag, een feestdag (is het zelfs een feest? Wat is er nu weer gebeurd? Niks zeker?) die ik normaal niet zou vieren, aangezien ik niet zo stilte-minded ben. Maar dit jaar is het anders, want dit jaar is Stille Zaterdag mijn allerlaatste dag zonder vlees ! Nee stop wacht, niet per se mijn laatste dag zonder vlees, maar wel de laatste dag van mijn eerste dagen zonder vlees (kan je nog volgen?). 40 dagen (en dat is echt los gelogen, want het waren er 46) overleefde ik zonder ook maar een worstje, gehaktballetje of scampi’tje in mijn strot te rammen, en dat in het land van kroketten. In de plaats daarvan voedde ik mijzelf met de wetenschap dat ik de wereld weer een beetje mooier maakte, tonnen jaloezie op al die gewetenloze vleeseters en een groeiende trots op mijn eigen wilskracht. Weer een uitdaging van mijn lijstje geschrapt dus, ik kan op zoek naar iets nieuws om mezelf en anderen mee bezig te houden.
Was het moeilijk? Ja, op die ene eerste dag waarop een nieuwe burgerzaak in Amsterdam besloot gratis hamburgers uit te delen. Een wrede actie. Ja, op die ene avond dat ik per se afhaalvoedsel wilde bestellen, geen zin had in pizza en alle pita’s van de wereld mijn naam riepen. Gelukkig levert het Griekse restaurant om de hoek ook vegetarische vetzakkerij. Ja, op die andere avond waarop mijn mama besloot te verjaren en een feestje te geven met vleeshapjes om duimen en vingers bij af te likken. Dank aan gratis drank om mij daardoor te sleuren. Ja, op dat ene moment op café waarop mijn gezelschap zin had in bitterballen, en ik met hen. Dat heb ik gecompenseerd met vuile blikken en obsessief denken aan schattige kleine diertjes. Maar ook nee, op alle andere momenten (4 zwakke momenten op 46 dagen, niet slecht denk ik dan), want groenteburgers zijn ook lekker, vlees bakken is gedoe waar je meestal nog een extra pan mee vuil maakt en of er nu kaas op mijn brood ligt of salami, dat maakt mij nu echt niet heel veel uit, want ik eet dikwijls toch te snel om dat echt te proeven.
Wat ga ik morgen eten? Vlees, geen twijfel mogelijk. Was dit een ontzettend zware periode die ik nooit meer te boven zal komen en die later de oorzaak van al mijn psychische problemen zal blijken? Nee, want eigenlijk at ik sowieso al niet elke dag vlees, dus ging het bijna zonder nadenken. Dus nee, ik heb echt niet elke dag obsessief zitten snikken over mijn gemiste vlees. Mijn grootste angst dezer dagen? Per ongeluk, onnadenkend (en mogelijks dronken) een stukje voormalig dier in mijn mond te stoppen, het pas achteraf beseffen en zo mijn uitdaging verknallen zonder er zelfs bewust van te genieten. Gelukkig is dat (dat denk ik althans) niet gebeurd en zijn al mijn bolletjes prachtig groen (behalve het laatste, maar dat moet nu nog net wel lukken). Ben ik trots op deze afgelopen 46 dagen? Natuurlijk, daar heb ik namelijk nog steeds niet zo veel voor nodig. Mogen jullie ook trots op mij zijn? We spreken hier over een kwestie van moeten.
In blijde verwachting van mijn zondags stukje vlees,
L