Dit is een sollicitatie (Sporza, lees je mee?)

Ik weet niet of je er iets van meegekregen hebt, de media is traditioneel natuurlijk erg zuinig met sport-coverage, maar in Parijs is dit weekend een kleinschalige sportcompetitie afgerond. Dat was leuk, en dat we alles constant konden volgen via 4 verschillende livestreams, was nog beter. Maar … er is iets dat de Olympische Spelen in 2028 nog beter zou maken.

En dat ben ik.

Ik ben de perfecte aanvulling op (of vervanging van, in sommige gevallen) elk commentatoren-team. En zoals het een goede sollicitatie betaamt, zal ik nu uitleggen waarom.

1. Ik ben erg enthousiast over alles

Er is geen énkele sport (oké, behalve voetbal dan) die mij niet een beetje weet te boeien. De klassieke sporten – wie is het sterkst, het snelst, het behendigst? -maar ook de unhinged afgeleiden daarvan. Kajakken in een wildwaterbaan, dansen met paarden, verspringen-maar-je-moet–wel-eerst-huppelen? Here for it.

Het is mij opgevallen dat de meeste commentatoren maar één, uitzonderlijk twee, sporten voor hun rekening nemen, dus bij deze: ik doe ze met plezier allemaal.

2. Ik praat snel en met respect voor de atleten

Volgens mijn grootmoeder praat ik te snel, maar op de commentaarstoel is dat alleen maar een voordeel. De hoeveelheid informatie die ik kan meegeven? Ongezien. Zelfs een duik die amper 2 seconden duurt, heb ik op die tijd volledig geanalyseerd en becommentarieerd. Net als een openingsceremonie die op recordtijd tegen een recordaantal schenen schopt (het is ook een sport) trouwens.

Maar hoeveel ik ook tetter, ik zal altijd het respect voor de atleten bewaren. Want ik kan me vergissen, maar ik dénk dat er deze editie enkelingen in hun contract ‘coach’ hebben gelezen waar er eigenlijk ‘commentator’ stond. En als kijker heb je natuurlijk geen fluit aan het gefrustreerde gevloek van een analist die zijn eigen mislukte ambities projecteert op mensen die gewoon hun best doen.

Dus ik beloof het: geen ‘Waarom doen ze dat nu? Dat had beter gemoeten!’, maar wel ‘potverdikkie dat is jammer, maar ze hangen die basketring nu ook wel erg hoog’.

3. Ik ken het onderscheid tussen leuke weetjes en platte roddels

Random transfobe geruchtentreinen laat ik aan mij voorbijgaan, maar ik beloof het grote publiek wel op de hoogte te houden van Olympische romances, social media-opstootjes, obscure blessures of de oorsprong van enige onderlinge (niet-competitiegerelateerde) rivaliteit. Op een onderbouwde manier uiteraard: ik heb tijdens deze editie alvast geoefend door met één oog alle backstage-video’s van influencende atleten te bekijken terwijl ik met het andere de biografie van Katie Ledecky las.

4. Ik weet hoe je verslag uitbrengt over vrouwensporten

Een gratis tip, als proevertje? Verslag uitbrengen over vrouwen doe je op exact dezelfde manier als over mannen. Niet relevant: een atlete die ‘gelukkig haar eeuwige glimlach nooit kwijtspeelt’. Wel relevant: diezelfde atlete die haar aanloop opfuckt en dus niet zo ver springt als ze zou willen. Niet relevant: een kleine gewichthefster “een elfje” noemen. Wel relevant: concreet maken hoeveel gewicht zij boven haar hoofd zwiert door het uit te drukken in, ik zeg maar iets, x aantal puppy’s.

Nog één tip dan? Oké, maar voor de rest moet je wel echt gaan betalen: als je het tijdens de mannencompetitie consequent hebt over ‘heren’ en ‘mannen’, is er geen enkele manier om een halfuur later over te gaan op ‘meisjes’ en ‘meiden’.

Overtuigd?

5. Ik stel de vragen die écht gesteld moeten worden

‘Zijn die paarden blij?’

‘Welke snacks zitten er in de zwemrugzakjes?’

‘Is het verantwoord om iemand verder te laten sporten als die net op diens hoofd is geraakt/gevallen/gestampt?’

‘Hoe werkt die lichtgevende hoogspringlat?’

‘Waarom begin je in vredesnaam met snelwandelen?’

‘Mag je vloeken tijdens een turnoefening?’

Bon, dat moet maar volstaan. Bellen jullie mij op tijd zodat ik mij kan beginnen voorbereiden? Ik blijf trouwens met plezier in m’n commentaarcabine zitten tot ook de Paralympische Spelen erop zitten. En nu we het daar toch over hebben, over twee weken kunnen we opnieuw rekenen op vier livestreams, toch?

L

Foto van een heel (maar echt heel) schattige puppy met een kleine, kapotgekauwde basketbal in z'n cute bek.
Fluffy McFluffball heeft de bal en rent naar de ring, tussen de benen van elke tegenstander door en HIJ SCOORT! WHO’S A GOOD BOY? HE’S A GOOD BOY!